Op 16 juni van dit jaar is er een artikel op deze website geplaatst over de eerste kentekens in Nieuwolda van ná 1905. Een van de personen die daar in voorkomt is Lucas Verwer. Een oplettende lezer heeft daarop gereageerd door meer gegevens te mailen aangaande deze voormalige inwoner van Nieuwolda. Onderstaand een verhaal over Lucas Verwer & Zonen.

 

 

 

Kromhout en Brons

 

Omstreeks 1900 neemt het gebruik van verbrandingsmotoren snel toe. Met de toegenomen vraag naar motoren stijgt ook het aantal producenten. In het eerste decennium van de twintigste eeuw ontstaat in Nederland een twaalftal grotere specifieke motorenfabrieken.

 

De Kromhout-motorenfabriek van D. Goedkoop jr. in Amsterdam is in die tijd met afstand de grootste Nederlandse producent van motoren. In de jaren 1910-1913 bouwt het bedrijf tussen de 150 en 200 motoren per jaar. Aan de andere kant van het spectrum zijn er talloze zelfstandige constructeurs, die op kleine schaal met de bouw van motoren experimenteren.

 

Hun technische kennis doen ze vaak met trial-and-error al doende op. Ook bestuderen ze motoren van anderen of profiteren ze van de know-how die ze elders hebben kunnen opdoen.

 

In veel gevallen is het de plaatselijke smid, vaardig in de omgang met metaal en in het bezit van gereedschappen, die een poging waagt een functionerende motor te construeren. Zo ook in het Groningse dorp Nieuwolda, waar de smederij van Lucas Verwer op kleine schaal ruwoliemotoren gaat vervaardigen. Een van de motoren van Verwer is een eencilinder imitatie-Bronsmotor uit 1912, bevindt zich momenteel in de collectie van museum Industrion in Kerkrade. In dit artikel wordt aandacht geschonken aan die motor en aan de smid die hem heeft gebouwd.

 

 

De ontwikkeling van de verbrandingsmotor

 

In de tweede helft van de negentiende eeuw slagen technici, uitvinders en knutselaars erin motoren te ontwikkelen die kunnen dienen als alternatief voor de grote en vaak weinig efficiënte stoommachines. Terwijl bij de stoommachine de brandstof (steenkool) buiten de motor wordt omgezet in energie (stoom), die vervolgens in de motor wordt geblazen en voor de aandrijving zorgt, werken de nieuwe motoren volgens een ander principe: de brandstof (gas, of olieproducten als ruwe olie, benzine en petroleum) wordt in de motor zelf verbrand en in energie omgezet. Dergelijke motoren worden daarom verbrandingsmotoren genoemd. Lange tijd is het ontstekingsmechanisme, dat de vonk levert die de brandstof tot ontbranding brengt, het meest kwetsbare onderdeel. Omstreeks 1885 komt de Duitse ingenieur Rudolf Diesel (1858-1913) dan ook op het idee om dit mechanisme achterwege te laten.

 

Dit blijkt makkelijker gezegd dan gedaan. Vele jaren van experimenteren volgen, maar uiteindelijk bereikt Diesel het gewenste resultaat. In zijn 'dieselmotor' wordt in de cilinder lucht samengeperst. Hierdoor stijgt de temperatuur in de cilinder dusdanig, dat wanneer de brandstof (olie) wordt ingespoten, deze onmiddellijk spontaan explodeert en daarmee de zuiger in beweging brengt [2].

Het meest ingewikkelde probleem dat Diesel weet op te lossen is hoe de brandstof op precies het juiste moment in de cilinder te spuiten, waar dan reeds een druk van ongeveer 35 atmosfeer heerst. Het inspuiten van de brandstof moet dus onder nog hogere druk geschieden. Diesel bereikt dat door gebruik te maken van lucht, die onder een druk van 60 á 70 atmosfeer de brandstof in de cilinder perst. Diesels oplossing is buitengewoon inventief, maar technisch gezien gecompliceerd. Vooral de constructie van de compressor om de lucht samen te persen, vereist zeer specialistische deskundigheid en geavanceerd gereedschap. Het is dan ook begrijpelijk dat verschillende navolgers van Diesel zoeken naar constructies, die minder technische moeilijkheden opleveren [3].

 

 

Jan Brons, Nanno Timmer en de uitvinding van het verstuiverbakje

 

Jan Brons en Nanno Timmer exploiteren sinds 1 april 1900 de Brons en Timmer Motorenfabriek in Farmsum bij Delfzijl. Daar bouwen ze voornamelijk zogenaamde Veiligheids-petroleum- motoren, voor zowel de scheepvaart als voor stationair gebruik. Al snel leert Brons, de selfmade technicus van het bedrijf, ook de dieselmotor kennen. Het wordt een nieuwe uitdaging voor de motorenfabriek om zelf een dieselmotor te bouwen. Net als vele andere constructeurs loopt echter ook Brons vast op de grote technische problemen bij het inspuiten van de brandstof. Vooral het construeren van een deugdelijke compressor om de lucht samen te persen die de brandstof in de cilinder moet spuiten, blijkt een onoverkomelijk probleem. Brons probeert nu een methode van inspuiting te vinden die zonder ingewikkelde compressor functioneert.

 

Na schier eindeloos gesleutel vindt Brons, eigenlijk bij toeval, een oplossing. Hij plaatst in de cilinderkop van de motor een bakje met in de zijwand net boven de bodem, een paar gaatjes, die aan de buitenkant iets worden dichtgeslagen. In dit zogenaamde verstuiverbakje druppelt tijdens de inlaatslag van de zuiger via een brandstofklep een hoeveelheid olie, die kan worden geregeld naargelang de gewenste belasting van de motor. Tegelijkertijd wordt via een opening wat lucht in het verstuiverbakje toegelaten. Deze lucht stroomt onmiddellijk door de gaatjes onder in het verstuiverbakje in de cilinder en voert op die tocht wat oliedamp met zich mee. Wanneer de zuiger tijdens de compressieslag de lucht in de cilinder samenperst, vindt er een temperatuurstijging tot 500 á 600°C plaats. Deze temperatuurstijging doet het arme mengsel van olie en lucht ontsteken. Door de ontsteking loopt de temperatuur in de cilinder verder op. Hierdoor dringt het hete gas via de gaatjes het verstuiverbakje binnen en ontsteekt een gedeelte van het daar aanwezige mengsel van lucht en brandstof. Deze explosie zorgt ervoor dat de resterende delen niet-verbrande brandstof via de gaatjes in de wand van het verstuiverbakje in de cilinder worden gespoten. Hier vindt de eigenlijke verbranding plaats die de zuiger in beweging brengt [4].

 

 

Patentaanvraag

 

In 1904 is de nieuwe vinding zover ontwikkeld dat de fabriekseigenaren besluiten er patent op aan te vragen. Ze zien in dat hun vinding, die immers eenvoudiger en veel goedkoper is dan die van de concurrenten, een commercieel succes zou kunnen worden. Een Nederlands patent of octrooi is op dat moment nog niet mogelijk. Pas bij wet van 7 november 1910 (Stbl. 113) zou de bescherming van uitvindingen door middel van octrooien in Nederland worden geregeld. Dus gaat Jan Brons met zijn motor per beurtschip naar het Duitse Emden, waar hij zijn vinding demonstreert aan vertegenwoordigers van het Reichspatentamt in Berlijn. Op de patentaanvraag prijken de namen van constructeur Brons en van geldschieter Timmer. Op 20 januari 1906 wordt het officiële Duitse patent in Farmsum afgeleverd. Met terugwerkende kracht wordt als datum van ingang van het patent 19 april 1904 vastgesteld [6].

 

 

 

L. Verwer & Zonen Machinerieën te Nieuwolda

 

 

Lucas Verwer (in de deuropening), voor het etalageraam zijn broer Rento. Rechts de ouders van Verwer. In de etalage zijn Philips radiolampen te zien. Boven het raam is een bordje aangebracht met de tekst 'NSF Radio', blijkbaar was Verwer ook agent voor dit bedrijf. Foto: tussen 1920 en 1928.

 

 

In de motorenfabriek van Brons en Timmer werkt ook een zekere Rento Verwer (1879-1965), oudste zoon van dorpssmid Lucas Verwer (1891-1943) in het nabijgelegen Nieuwolda. Rento Verwer is op een of andere manier betrokken geraakt bij de ontwikkeling van het verstuiverbakje. Wat precies zijn inbreng is geweest, is niet bekend. In ieder geval vindt hijzelf dat zijn bijdrage aan de uitvinding van het verstuiverbakje belangrijk genoeg is om ook zijn naam op het patent te laten vermelden. Helaas voor Verwer zijn Brons en Timmer een andere mening toegedaan. Mogelijk willen ze als fabriekseigenaren de leer niet delen met een ondergeschikte. Misschien ook is volgens hen de daadwerkelijke inbreng van Verwer bij de uitvinding slechts marginaal geweest. Zeker zullen de verwachte commerciële mogelijkheden van de uitvinding van het verstuiverbakje een rol gespeeld hebben bij hun weigering om Verwer als mede uitvinder te laten registreren [8]. Voor Verwer, die woedend moet zijn geweest, is het meningsverschil aanleiding om ontslag bij Brons en Timmer te nemen. Hij treedt bij zijn vader in Nieuwolda in de zaak. Behalve Rento is ook diens tien jaar jongere broer Hendrik in de smederij van Lucas Verwer werkzaam.

 

 

 

Lucas en Rento Verwer

 

Lucas Verwer (1850-1934) is geboren in Beerta. Zijn ouders zijn arm. De vader van Lucas heet Rento en is voetbode, zijn moeder is Dina de Wit. Vader Rento overlijdt op 57-jarige leeftijd, 9 november 1875, in Winschoten. Via allerlei omzwervingen belandt Lucas begin jaren zeventig in Bellingwolde, waar hij het beroep van timmerman uitoefent. In die periode verwerft hij samen met twee collega's een opdracht in Nieuwolda, waar een paar huizen gebouwd moeten worden.

 

De uitvinding van Jan Brons, namelijk het verstuiverbakje. Onderaan zien we de vijf gaatjes vlak boven de bodem van de verstuiver.

In Nieuwolda leert Lucas Helena Koers, naaister, kennen, een dochter van Hindrik Klaassens Koers, arbeider en Berentje Meedendorp, arbeidster, met wie hij op 23 oktober 1875 in het huwelijk treedt. Lucas is dan nog timmermansknecht. Op 4 oktober 1891 wordt een zoontje geboren die ook de naam Lucas meekrijgt en op 26 april 1889 wordt een tweede zoon, Hendrik geboren. Op 24 mei 1930 trouwt zoon Lucas (radiohandelaar) op 38-jarige leeftijd te Nieuwolda Geesina Hendrika Oosterveld, oud 28 jaar, dochter van Eppo Oosterveld, arbeider en Anna Kruger. Radiohandelaar Lucas Verwer overlijdt op 51-jarige leeftijd 18 mei 1943.

In 1895 is vader Lucas op 44-jarige leeftijd nog altijd timmerman en wordt op 17 juni 1895 hun dochter Helena geboren, genoemd naar de moeder.

 

Een broer van vader Lucas is Rento. Op 32-jarige leeftijd is hij smid, en trouwt hij met Johanna Catarina Boekhoff, 28 jaar, geboren te Kolhham, en dochter van Jan Boekhoff, arbeider. en Tijtje Wezema. Ze krijgen op 16 oktober 1913 te Nieuwolda een zoontje die ze Lucas Jan noemen. Deze Lucas Jan Verwer komen we op 14 maart 1947 weer tegen als garagehouder te Nieuwolda. Hij is dan al eerder getrouwd met Martha Plukker als we in het overlijdensregister van Groningen vinden dat hun zoontje Rento Hendrik Lucas op een leeftijd van drie weken is overleden. Dit zoontje is ook in Groningen geboren, mogelijk in het ziekenhuis.

Rento Verwer, smid, 38 jaar, en Johanna worden op 9 mei 1918 blij verrast met de geboorte van Jan Tido. Deze Jan Tido is 25 jaar en garagehouder te Nieuwolda als hij de 21-jarige dienstbode Doekelina Kalk uit Slochteren trouwt. Zij is een dochter van Hendrik Kalk, landarbeider, 48 jaar en Trientje Slagter, zonder beroep, 46 jaar.
Rento zelf overlijdt op 86-jarige leeftijd te Nieuwolda op 17 november 1965. Zijn vrouw Johanna Catarina Boekhoff is dan nog in leven.
De garagehouder Jan Tido Verwer overlijdt op 50-jarige leeftijd, op 24 oktober 1968 te Groningen; echtgenote Doekelina Kalk is dan nog in leven.

 

 

 

Lucas Verwer (1850-1934)

 

Spoedig daarna moet hij een smederij zijn begonnen. Opvallend genoeg maakt Lucas Verwer een vergelijkbare overstap als later Jan Brons zal doen. Ook Brons is oorspronkelijk timmerman, die zich langzamerhand meer en meer gaat bezighouden met machines en motoren. Kennelijk ontwikkelen de zaken zich bij de smederij van Verwer voorspoedig, want al een jaar of vijf later betrekt de smid een nieuw bedrijfspand, pal tegenover zijn oude smederij. Ongetwijfeld fungeert Lucas Verwer In die jaren hoofdzakelijk als dorpssmid, die voor de agrarische gemeenschap in Nieuwolda en omgeving werkt. Maar Verwer heeft daarnaast veel belangstelling voor machinerieën, die hij bouwt wanneer daar lokale vraag naar is. Die interesse zal zeker zijn gestimuleerd, als Rento met de bij Brons en Timmer opgedane expertise bij zijn vader in de smederij komt werken. Al in 1905 zal het bedrijf een eerste motor hebben gebouwd, die is voorzien van het Brons-verstuiver-baksysteem. In totaal bouwt de smederij, die inmiddels bekend staat als L. Verwer & Zonen Machinerieën, tussen 1905 en 1915, vier of vijf van dergelijke motoren, van elk ongeveer acht pk. Van het Duitse patent van Brons hebben de Verwers geen last, zolang ze zich met hun motoren maar niet op de Duitse markt begeven. Voor zover bekend, is dat ook niet gebeurd. Er is in leder geval geen enkele aanwijzing, dat de smedenmotorenbouwers uit Nieuwolda aan Brons licentierechten voor het gebruik van het verstuiverbaksysteem hebben betaald.

 

 

 

De Verwermotor in het Industion-museum

 

Een van door Verwer in die periode gebouwde motoren bevindt zich sedert de zomer van 2000 in de collectie van het Industrion. De motor kan worden overgenomen van de Technische Universiteit Eindhoven, als die besluit de studiecollectie verbrandingsmotoren af te stoten.

 

Eencilinder imitatie-Bronsmotor, in 1912 gebouwd door L. Verwer & Zonen Machinerieën te Nieuwolda. Bron: Collectie Industrion te Kerkrade.

De motor van Verwer is een verticale eencilinder viertakt dieselmotor met een vermogen van ongeveer acht pk. De motor wordt gestart door hem met de hand aan te zwengelen.

 

De Verwermotor heeft een gegoten carter. De gegoten onderdelen worden zeer waarschijnlijk niet door Verwer zelf vervaardigd.

 

Bij de meeste kleinere producenten van motoren is de gebruikelijke gang van zaken dat men voor het gietwerk uitgaat van bestaande ontwerpen, die worden gekopieerd.

 

Men neemt de maten op, aan de hand waarvan men gietvormen maakt. De onderdelen worden vervolgens elders gegoten.

 

De kant-en-klare gietstukken worden in de werkplaats van de motorenfabrikant afgeleverd, waar ze worden geassembleerd [9].

 

Op het carter van de Verwermotor is een buitencilinder bevestigd met een losse cilinderkop. In de cilinderkop bevindt zich het verstuiverbakje.

 

Het inspuiten en exploderen van de brandstof in de cilinder functioneert identiek aan het hierboven beschreven Bronsprincipe.

 

Toch kent de werking van de Verwermotor een aantal verschilpunten ten opzichte van de motoren van Brons, waarop de smid uit Nieuwolda zich baseert. Allereerst kiest Verwer bij de brandstofregeling naar het verstuiverbakje voor een andere oplossing dan bij de Bronsmotoren gebruikelijk is geweest.

 

Brons maakt gebruik van een tuimelaar die is verbonden met de inlaatklep. De tuimelaar drukt een kleine hefboom naar beneden, waardoor de brandstofklep wordt geopend. Naast deze klep zit een regelnaald, waarmee via de regulateur de brandstof hoeveelheid wordt geregeld.

 

 

 

 

Het alternatief van Verwer

 

De spie die de brandstoftoevoer naar het verstuiverbakje regelt.

Verwer gebruikt een alternatief principe, dat overigens bij technici algemeen bekend is. Hij construeert een regelbare spie, die via een stangen- mechanisme verbonden is met de regulateur. De tuimelaar van de inlaatklep drukt die spie naar beneden, waardoor zich de brandstofklep opent. Door zijn tapse vorm bepaald de plaats van de spie ten opzichte van de tuimelaar hoe ver de tuimelaar de spie, en daarmee dus de brandstofklep, naar beneden kan duwen. Door dit mechanisme kan de brandstoftoevoer nauwkeurig worden geregeld, zodat het toerental constant blijft, ongeacht de belasting van de motor.

 

 

De regulateur wordt met een leren riem aangedreven door het vliegwiel.

Een tweede verschilpunt betreft de aandrijving van de regulateur.

 

Bij de Bronsmotoren wordt de regulateur aangedreven via een koningsas op de tandwielen van de nokkenas. Waarschijnlijk is een dergelijk gecompliceerd mechanisme voor een smid die slechts de beschikking heeft over eenvoudige gereedschappen lastig te construeren.

 

Verwer kiest daarom voor een eenvoudiger oplossing: de regulateur van zijn motor wordt aangedreven via een leren riem op de naaf van het vliegwiel.

 

Het grote vliegwiel zorgt voor een rustige gang. Op het gespaakte vliegwiel zijn duidelijk de sporen zichtbaar van de weinig nauwkeurige gereedschapsmachines die Verwer in zijn smederij ter beschikking heeft. De motor is watergekoeld. Het water wordt rondgepompt door een plunjerpomp, vanaf de krukas aangedreven door middel van een excentriek [10].

 

Het vliegwiel met de leren riem die de regulateur aandrijft.

Verwer bouwt de motor in 1912 voor eigen gebruik. De motor drijft een dynamo aan, die voor de elektriciteitsvoorziening in het bedrijf zorgt. De dynamo geeft echter niet meer dan 82 Volt. Geschikte lampen voor die spanning zijn niet gemakkelijk te krijgen. Volgens de overlevering trekt Lucas Verwer de stoute schoenen aan en schrijft hij een brief aan de oude heer Anton Philips, met de vraag of de gloeilampenfabriek in het zuiden des lands misschien dergelijke lampen kan maken. Speciaal voor Verwer heeft Philips inderdaad een aantal van die lampen geproduceerd!

 

Ook levert de motor de aandrijfkracht voor de gereedschapsmachines, die Verwer in zijn smederij heeft opgesteld. Een aantal van die machines bevindt zich eveneens in de collectie van het Industrion. Het betreft een afkortzaag, een schaafbank, een draaibank en een kolomboormachine.

 

 

 

 

L. Verwer Radiobouwer

 

 

 

Lucas Verwer (de zoon van de smid en motorenbouwer Lucas Verwer) wordt geboren in op 4 oktober 1891 in Nieuwolda, Groningen (Gronings: Nijwolde). Hij is overleden op dinsdag 18 mei 1943 eveneens in Nieuwolda, 51 jaar oud. Als beroep wordt bij de burgerlijke stand 'radiohandelaar' vermeld. Het adres van de werkplaats is Hoofdweg 36. De Verwers zijn echte uitvinders. Verwer maakt niet alleen naam als fabrikant van stationaire motoren maar bouwt ook radio's, samen met zijn broer Rento, in hun smederij waar o.a. ook accordeons worden gemaakt, gerepareerd en gestemd op een in de werkplaats aanwezige stemtafel. Vanuit de woning in Nieuwolda worden uitzendingen via de draadomroep verzorgd, gebruik makend van het bovengrondse laagspanningsnet, met hulp van zijn zwager die voor het laagspanningsnet werkt.

 

L. Verwer, Radiobouw. Vierlampsontvanger. Gebogen front van vernikkeld metaalplaat; robuust uitgevoerde massief eikenhouten kast. In het midden een hendeltje dat dienst doet als golflengteschakelaar (lange- of middengolf). Dit hendeltje bedient ook een afdekplaatje dat in de middengolfstand het venstertje van de lange golf afdekt en omgekeerd. In de onderste stand worden beide venstertjes afgedekt en staat de radio uit. Links een reostaat voor de gloeistroom van de hf-buis, rechts de terugkoppeling. De afstemknoppen bevinden zich aan de linker- en rechterzijde. De afmetingen bedragen 26,5 x 47 x 24 cm. Bouwjaar: circa 1928. Voltages 4/60/120Volt.

 

Luister hierboven naar "What'll You Do" by the orchestra of Tommy Kinsman, vocals door Maurice Elwin, opgenomen op 29 maart 1928. Klik op het > (pijltje) om af te spelen. Vergeet niet om het geluid aan te zetten. Let op: In sommige browsers werkt dit niet en kun je het pijltje en/of de speler niet zien!.

Achteraanzicht van het toestel. Buizenbezetting v.l.n.r.: B405, A415, A425, Splendor VH300 (Philips A442 equivalent). De werkelijke buizenbezetting is onbekend. Er wordt afgestemd met de secondaire afstemcondensator; daarbij loopt de primaire condensator mee. De primaire condensator heeft echter een kleine speling ten opzichte van de secondaire. Dat gebied wordt gebruikt voor de antenneafstemming. De houten kast zit met taps toelopende groef/mes verbindingen in elkaar.

 

 

Onderzijde van het chassis. Het toestel is gebouwd op een messing frame.

 

 

Achterzijde van het chassis.

 

 

Bouwschema van de Verwer IV2 uit 1928.

 

 

Al op jonge leeftijd hebben Lucas en zijn broer Rento een Indian motorfiets. Lucas bouwt stationaire motoren. In september 2003 wordt bij het Industrion het Museum voor Industrie en Samenleving in Kerkrade een exemplaar uit 1912 (voor opwekking van stroom) werkend getoond. Ook de draaibank uit de werkplaats van Verwer is op die tentoonstelling te zien.


Met dank aan mw TC. Kok-Verwer, nicht van Lucas Verwer.

Verwer heeft ook een dubbeltonige accordeon ontwikkeld. Bij één aangeslagen toon worden twee verschillende systemen in werking gezet. In plaats van vier kleppen gaan er acht open. De accordeon en de bijbehorende systeembeschrijving gaan aan het einde van de oorlog verloren, als het dorp in de vuurlinie komt te liggen. De kluis waarin de accordeon ligt wordt opengebroken en de inhoud wordt meegenomen door Poolse stoottroepen.
Met dank aan mw TC. Kok-Verwer, nicht van Lucas Verwer.

 

 

 

Conclusie

 

De smederij van Lucas Verwer Zonen in Nieuwolda kan In zekere zin model slaan voor de wijze waarop aan het begin van de twintigste eeuw op veel plaatsen in Nederland verbrandingsmotoren worden gebouwd. Het gaat om een kleinschalige productie, meestal in opdracht voor de plaatselijke markt of zelfs voor gebruik in eigen werkplaats. Technische kennis komt uit de praktijk en is een combinatie van elders opgedane deskundigheid, imitatie van voorbeelden die ter beschikking staan en eigen, inventieve oplossingen, vaak noodzakelijk omdat men niet kan beschikken over de precisiegereedschappen om ingewikkelde constructies te bouwen. Ook de zoon van Lucas, de smederij heet immers Lucas Verwer en Zonen, staat aan het begin van de ontwikkeling van een nieuw fase in de techniek, in dit geval het bouwen van radio's. Schijnbaar is hij in het bezit gekomen van een schema voor het bouwen van een radio via de 'oude Philips'. Het is immers zijn vader geweest die het is gelukt om lampen te verkrijgen die geschikt waren voor zijn smederij. Mogelijk is hier de ingang geweest voor zijn zoon om radio's te bouwen. Dat er in Nieuwolda dus een netwerk bestaan moet hebben om via 'de kabel' radio te kunnen beluisteren is nieuw voor mij. Daarover zijn niet meer gegevens gevonden. Mogelijk brengt dit verhaal iemand op gedachten......

 

 

Verwer ontwikkelt door

 

Het bedrijf van het geslacht Verwer ontwikkelt zich niet tot een specifieke motorenfabriek. Het smeed- en reparatiewerk voor de lokale gemeenschap blijft de hoofdactiviteit. Daarnaast begint Lucas Verwer al vóór de Eerste Wereldoorlog een loondorsbedrijf, waarvoor hij een dorsmachine met locomobiel aanschaft. Omstreeks 1930 gaan beide onderdelen hun eigen weg. Het dorsbedrijf functioneert onder leiding van zoon Hendrik Verwer tot in de jaren vijftig. Rento Verwer zet de smederij voort. Diens twee oudste zonen zetten het bedrijf begin jaren veertig om in een garagebedrijf, dat het dealerschap voor McCormick tractoren en Volvo personenauto's verwerft.

 

Dit bedrijf, inmiddels geleid door een kleinzoon van Rento Verwer, heeft een lang bestaan gekend. Ook na de jaren vijftig van de vorige eeuw verkoopt en verhuurt het geslacht Verwer in Nieuwolda tractoren, shovels en auto's. Ook heeft Verwer een eigen onderhouds- en reparatieafdeling.

 

Helaas is het eerst bloeiende bedrijf in september 2014 failliet gegaan en zijn de overblijfselen in december van dat jaar onder de hamer gekomen aan de Hoofdweg West 40, 9944 EB te Nieuwolda [13]. Op 8 mei 2017 is het faillissement omgezet in een schuldsanering. Het bedrijf is omschreven als 'Reparatie en installatie van machines en apparaten. Handel in en reparatie van auto's, motorfietsen en aanhangers'.

 

 

Graf van Lucas Verwer te Nieuwolda, geboren 4 oktober 1891, overleden 18 mei 1945. Bron: Graftombe.nl

 

 

Graf van Rento Verwer te Nieuwolda, geboren 31-08-1879, overleden 17-11-1965. Bron: Graftombe.nl

 

 

 

 

Gerelateerde artikelen:
Onderstaandeartikelen openen in een nieuw tabblad.

 

De kerk van Nieuwolda.

De eerste kentekens in Nieuwolda na 1905.
Oude Groninger kentekens. Voor achtergrondinformatie.
Museumgemaal De Hoogte

Geschiedenis van Nieuwolda en de buurtschappen
Het klooster Menterwolde
Lucas Verwer & Zonen Machinerieën. Het artikel dat je nu lees.

 

 

 

 

 

 

Noten en bronnen:

 

1. W.H.P.M. van Hooff, In het rijk van de Nederlandse Vulcanus; De Nederlandse machinenijverheid 1825-1914. (Amsterdam 1990), 208.

2. 'Motoren van de Industriële Revolutie.' In: Industrion, Museum voor Industrie en Samenleving; Catalogus vaste presentatie. (Kerkrade 2001), 21-25, aldaar 25.

3. Oliemotoren; Handleiding voor verbrandingsmotoren.(Deventer 19424), 8.

4 .J. Vegter, Van Bakjeknapper tot Turbodiesel; Geschiedenis van de Brons- motoren fabriek. (Bedum 1998), 122-123.

5. W.H. Drucker en G.H.C. Bodenhausen, Kort begrip van het recht betreffende de industriële eigendom. (Zwolle 19492), 15.

6 J. Vegter, Patent Brons; Honderd jaar verstuiverbak motoren. (Bedum 2002), 15-17.

7. Voor de familiegeschiedenis van de Verwers wordt geput uit de genealogische informatie die mw. T.C. Kok-Verwer te Zwolle, dochter van Rento Verwer, vriendelijk ter beschikking stelde.

8. Die hooggespannen verwachtingen van het succes van de vinding kwamen uit. De vraag naar Bronsmotoren wordt zo groot, dat Brons en Timmer al in 1907 een geheel nieuwe fabriek openen in Appingedam.

9. Van Hooff, Vulcanus, 208.

10. Vegter, Patent Brons, 57.

11.. Informatie mw. T.C. Kok-Verwer te Zwolle.

12. Studieverzameling verbrandingsmotoren en andere primaire energiebronnen. (Technische Hogeschool Eindhoven, 1984), 5.10.
13. De Eemsbode, 1 december 1914
14. Vintageradio.nl
15. RHC GA (Groninger Archieven).
16. Een deel van de tekst betreft een oorspronkelijke tekst van Drs. Serge Langeweg (1958) in erfgoed 2003, nr. 2.

 


 

 

Deze pagina maakt deel uit van www.nazatendevries.nl.
Aan bovenstaande tekst is de uiterste zorgvuldigheid besteed. Desondanks kunnen er best fouten voorkomen.
Constateer je fouten en/of heb je vragen, correcties, aanvullingen...geef die dan even aan mij door via mijn E-mail adres.
Laat ook eens een bericht achter in het Gastenboek.
Hoogeveen, 4 juli 2020.
Samenstelling: © Harm Hillinga
.
Menu Artikelen.
Terug naar de HomePage.
Top